Klik hier voor onze huidige coronamaatregelen.

Pagina alexander malofeev 1

Alexander Malofeev schrijdt met zevenmijlslaarzen naar het firmament van de Russische wereldtop

Regeren is vooruitzien. Programmeren soms ook. Toen ondergetekende in 2018 fluisterde over de – toen nog – 16-jarige hoogblonde Russische belofte met de naam Alexander Malofeev, was die nog maar sporadisch op de internationale concertpodia gezien. In Nederland had hij in 2017 samen met Denis Matsuev wel al kort acte de présence gegeven, bij het 30-jarig jubileum van de inmiddels helaas ter ziele gegane Meesterpianisten-serie in het Amsterdamse Concertgebouw. In Rusland was de jonge pianist toen echter al serieus in de prijzen gevallen. In 2014 won Malofeev de ‘jeugdversie’ van de prestigieuze Internationale Tchaikovsky Competitie in Moskou, tevens zijn geboorteplaats. Met de potentie die uit zijn spel sprak was de keuze van de Souvenir des Montagnards om Malofeev uit te nodigen voor de concertserie snel gemaakt. Het zou zijn eerste volledige solorecital in Nederland blijken te worden.

Fast forward naar 2022. De agenda van de jonge Rus zit bomvol en verraadt in niets dat zich intussen een meerjarige pandemische interruptie heeft voorgedaan. Tussen concerten in Boston en Buffalo in de VS en Montreal in Canada wordt de oversteek gemaakt naar Tilburg. De aankomende maanden volgen meer optredens in Europa, waaronder op het Verbier festival in Zwitserland, verzamelplaats van de internationale wereldtop. Maar in Tilburg verzorgt Malofeev het allereerste volledige solorecital dat hier sinds de gestage opheffing van de maatregelen weer mag klinken!

Eén lichtbaken concentreert zich op het zwarte instrument in het midden. De zaal is goed gevuld maar toch muisstil. Nee, dit is geen angst om met een verdachte kuch de stuipen op het lijf van de buren te jagen – die niet meer op 1,5 meter hoeven te zitten. Dit is hoe concentratie klinkt. Als de eerste noten van de omineuze Schubert-sonate in A klein (D 784) klinken, krijgt de stilte iets ijzingwekkends. Met gezag leidt Malofeev de luisteraar door de eerste twee delen van deze quasi doodsprofetie van de Oostenrijkse componist. Vijf jaar later zou Schubert inderdaad voortijdig sterven, vermoedelijk aan de gevolgen van de syfilis die hij kort vóór het componeren van deze sonate had opgelopen. Dan breekt het derde en laatste deel aan, dat pianisten altijd voor een dilemma plaatst. Dit ‘Allegro vivace’ moet zich even opgejaagd voortbewegen als de componist die voorvoelde dat zijn resterende tijd op aarde beperkt zou zijn. Het nerveuze triolenmotief leent zich daar ook voor. Maar uiteindelijk komen de beruchte laatste tien maten, waar dit snelle motief opeens in onspeelbare octaven klinkt. Reden waarom menig pianist het ‘vivace’ schrapt uit de tempoaanduiding en een tempo inzet waarmee aan het eind van het stuk niet door de mand wordt gevallen. Zo niet Malofeev. Met een gevoel van onvermijdelijkheid spoedt hij zich door het notenmateriaal. De sonate kwam met slechts een beperkt, organisch ritenuto op een ontzagwekkende manier tot stilstand.

Ook uit het vervolg van het programma blijkt dat Malofeev, ondanks zijn jeugd, niet van zins is te tuinen in de valkuilen van luchthartig divertissement of weinigzeggend virtuoos vuurwerk. Muziek is een ernstige zaak. Of, in de woorden van de Russische grootmeester Rachmaninov: “Verspil je tijd niet met muziek die afgezaagd of onwaardig is. Het leven is te kort om het door te brengen dwalend in de dorre Sahara van muzikale prullen.” Woorden die Malofeev duidelijk ter harte heeft genomen als hij begint aan de complexe vijfde sonate in G klein van de nog steeds onderbelichte Rus Nikolai Medtner. Dit eendelige, doorgecomponeerde werk bevat alle elementen die de muziek van Medtner een eigen stempel geven: gepuncteerde ritmes met repeterende notenmotieven, lyrische melodische flarden waarmee typische, zangerige Russische hoogromantiek soms bijna naar de drempel van moderniteit wordt gevoerd, en bulderende bassen in volgebouwde akkoorden die de Russische beer tevoorschijn halen op de meest dramatisch geladen momenten. De volwassenheid die vereist is voor de vertolking van dit stuk bleek Malofeev als een vanzelfsprekendheid te bezitten.

Na de pauze klonken twee kortere werken van Medtner, de ‘Skazki’ (sprookjes) opus 48. Uit de achtendertig Skazki koos Malofeev zorgvuldig deze twee pareltjes, die naadloos in het programma pasten en ook tot de favorieten van de componist zelf behoorden. Maar het hoogtepunt volgde in het laatste programmaonderdeel van de avond: de monumentale en verraderlijke eerste sonate van Rachmaninov. Deze doet volgens menigeen kwalitatief niet onder voor zijn veel bekendere tweede sonate. Toch klinkt het stuk op de meeste podia zelden. Totale beheersing en overzicht is nodig om de structuur die dit Faustiaanse werk wel degelijk heeft goed over het voetlicht te brengen. Malofeev bleek opgewassen voor de taak, en hoe. Zelden klonk de lyriek uit het tweede deel zo kleurrijk en organisch, mede door knap pedaalwerk. De klanken die Malofeev in het derde en laatste deel uit het instrument wist te halen waren waarlijk symfonisch. De ene epische climax volgde de andere op, meermaals vermengd met het lugubere ‘Dies Irae’-motief dat doorheen Rachmaninovs gehele oeuvre spreekt, totdat uiteindelijk het laatste diepe D klein akkoord klonk. Het moet tot buiten de Concertzaal te horen zijn geweest.

Maar Malofeev was nog niet klaar met het Tilburgse publiek – en vice versa. Na de staande ovatie speelde hij het derde en laatste deel van de zevende sonate van Prokofiev. Het tekent Malofeev dat hij deze toegift overtuigd in een lager tempo inzette dan vele andere virtuozen zouden doen. Het stelde hem in staat dynamische kleurschakeringen en duidelijke zinsconstructies te articuleren die anders in het spervuur van hels moeilijke akkoordenseries zouden ontbreken. Desondanks was de vleugel na al die Russische geweldenaars die het had verklankt behoorlijk aan het eind van diens Latijn. Dat was duidelijk te horen aan de melodieën in het middenregister van de lyrische tweede en laatste toegift, een bewerking van de Russische (hoe kan het ook anders) pianist Mikhail Pletnev van het Andante maestoso uit de Notenkraker-suite van Tchaikovsky. Het deed Malofeev waarschijnlijk besluiten daarmee zijn indrukwekkende debuutrecital te eindigen – in weerwil van het aanhoudende applaus. Als één ding duidelijk is, is dat Malofeev bewezen heeft zich in ijltempo te spoeden naar het firmament waaraan al die andere Russische grootheden vandaag schijnen. Sokolov, Lugansy, Volodos, Kissin, Trifonov, Pletnev en hij zouden samen wel eens de helderste zeven sterren van de Grote Beer kunnen vormen…

Wouter Smits

23-02-2022